Door gebruik te maken van variabelen kun je dia’s, op basis van voorwaarden, wel of niet tonen in een presentatie. Via tekstuele variabelen kun je gegevens, zoals bijvoorbeeld een collectedoel of de naam van de voorganger, eenvoudig toepassen en wijzigen in een presentatie. Variabelen pas je toe op onderdelen in een template. Je maakt ze aan via Instellingen > Templates & Layouts > Variabelen.
Variabele aanmaken
In het overzicht met variabelen vind je de door jou aangemaakte variabelen, de shortcode, het type en de standaard waarde. Klik rechts bovenin op “Variabele aanmaken” om een nieuwe variabele aan te maken. Je hebt nu verschillende opties:
Naam
Geef de variabele een herkenbare naam, bijvoorbeeld “Collecte” of “Kinderbijbelklas”.
Shortcode
De shortcode wordt automatisch gegenereerd en kan gebruikt worden in tekstdia’s. Door bijvoorbeeld de variabele “Collecte” aan te maken, wordt de shortcode “collecte” automatisch aangemaakt. Deze kun je vervolgens kopiëren vanaf het overzichtsscherm {{collecte}} en in een tekstdia plakken. Bij een nieuwe presentatie verschijnt in stap 2 een veld “Collecte” waarin het collectedoel kan worden ingevuld. Deze tekst verschijnt vervolgens in de dia met het collectedoel.
Type
Je kunt 2 typen variabelen aanmaken: Tekst of Ja/Nee.
Tekst
Met een tekstvariabele kun je tekstuele variabelen in een presentatie eenvoudig invullen. Bijvoorbeeld een collectedoel of de naam van de voorganger. Wanneer je voor het type “Tekst” kiest kun je de shortcode kopiëren en in één of meerdere tekstdia’s plakken. Maak dan bijvoorbeeld deze tekstregel aan: “Collectedoel van vandaag: {{collecte}}”. Bij het aanmaken van een nieuwe presentatie krijg je in stap 2 de mogelijkheid om de tekstvariabelen te vullen. Zo hoef je de tekstdia’s niet elke keer tekstueel aan te passen, maar kun je de variabelen gemakkelijk van te voren invullen, of zelfs nog wijzigen tijdens de dienst.
Ja/Nee
Met een Ja/Nee variabele kun je er bij het aanmaken van een presentatie voor kiezen om bepaalde dia’s in een template wel of niet voor te laten komen. Maak bijvoorbeeld de variabele “Kinderbijbelklas” aan. In de template maak je de dia voor het aankondigen van de Kinderbijbelklas aan. Bij de voorwaarden van dit onderdeel kies je ervoor om de dia alleen te laten zien als de variabele “Kinderbijbelklas” op “Ja” staat. Wanneer je nu een presentatie aanmaakt zul je in stap 2 de variabele “Kinderbijbelklas” zien. Wanneer je de waarde op “Ja” zet dan zal de betreffende dia getoond worden. Zet je de waarde op “Nee” dan zal de dia niet getoond worden.
De standaard waarde is de eerste waarde die je te zien krijgt bij het aanmaken van een nieuwe presentatie.